Uitrit Openbare Parking Capucijnevest

Schriftelijke vraag 19/4/2023

Aan de uitrit van de openbare parking is de weg aan het verzakken. Ook de
Kapucijnenvest vertoont al veel kasseien die losliggen. Deze straat is al zeker 4 keer
heraangelegd op korte tijd. Hetzelfde zien wij in de Antwerpsestraat. Vroeger gingen de
wegen 50 jaar mee, wat is er toch gaande?? Daarom deze vragen want het is de
belastingbetaler die dit allemaal terug moet betalen.
– Is het CBS hiervan op de hoogte en is er op de wegeniswerken garantie van
toepassing?
– Hoe snel zullen de problemen opgelost worden?
– Er moet toch iets schelen aan de lastenboeken en opdrachten, wegenis werken
moeten toch minstens 30jaar kunnen meegaan.
– Hoe gaat het CBS dit in de toekomst voorkomen dat de wegen meestal zonder
waarborg binnen de 10 jaar al defect zijn?

 

Antwoord 26/5/2023

1. Uitrit ondergrondse parking Kapucijnenvest:
a. Het technisch bureau ontving reeds offerte voor de herstelling van de uitrit samen met
herstelling van andere verzakkingen in het voetpad thv de OCT’s. Deze schade zal hersteld
worden na bestelling en bekomen van de signalisatievergunning, inclusief het afsluiten van de
volledige Kapucijnenvest en de uitrit van de parking (met in- en uitrijden langs de Florent Van
Cauwenberghstraat).
b. Bij het volledig afsluiten van de straat zal aan dezelfde aannemer gevraagd worden om in het
deel van de Mechelsestraat tot aan de uitrit van de parking de grootste verzakkingen in de
kasseiverharding te herstellen.
2. Kasseiverharding tussen uitrit en Begijnhofstraat
a. De definitieve oplevering van de werken van aannemer Simons die de heraanleg uitvoerde in
2020 en de aansluitende herstellingen van zijn eigen werk in 2021, werd niet toegestaan. Bij
gebrek aan een herstelvoorstel werd de aannemer op 20 februari 2023 door het CBS in
gebreke gesteld.
3. “Vroeger gingen de wegen langer mee…”
a. De aard en intensiteit van het verkeer, niet alleen in de binnenstad maar uiteraard overal, is
niet meer te vergelijken met deze van decennia geleden.
b. De aard van de weg (lokaal, snelweg, druk, minder druk,…) bepaalt de zogenaamde
‘bouwklasse’ waarin een te ontwerp rijbaan wordt ingedeeld. Deze klasses gaan van B1
(autosnelweg) tot B10 (landbouwweg).
i. De meeste gemeentewegen worden ingedeeld in klasse B6 tem B10. Een
kasseiverharding wordt volgens het standaard bestek voor de wegenbouw maar
toegelaten vanaf een B6.
ii. Een rijbaan in een bepaalde bouwklasse wordt berekend op een totaal aantal
‘aslasten’ die in de loop van de levensduur moeten weerstaan worden, het aantal keer
dat een as dus over een specifieke plaats rijdt. Dit aantal aslasten bepaalt ook de
opbouw van de weg (dikte fundering ed).
iii. Hierbij wordt uitgegaan van theoretische maximale leeftijden van verschillende types
verhardingen die bepaald worden door het OCW (Onderzoekscentrum voor de
Wegenbouw) – oa asfalt 10 jaar, betonstraatstenen 15 jaar, betonverharding 40 jaar).

iv. De theoretische levensduur kan opgerekt worden door structureel onderhoud uit te
voeren.
v. Wanneer tijdens de levenscyclus van de verharding het verkeer toeneemt t.o.v. de
ontwerpeisen zorgt dit voor een snellere aftakeling van het wegdek en bijgevolg een
kortere levensduur. Ook de mate van zwaar verkeer is sterk bepalend voor
‘houdbaarheidsdatum’ van een wegdek. Uit onderzoek van OCW blijkt dat de schade
die 1 as van 10 ton veroorzaakt gelijk is aan ongeveer 100 assen van gewone
personenwagens. Het beperkt wijzigen van het aandeel zwaar verkeer (lijnbussen,
vrachtwagens) heeft dus een zéér grote invloed op de levensduur van de verharding.
vi. Het is ongetwijfeld zo dat niet alle rijbanen, niet alleen in Lier, voorzien zijn op de
toename van het verkeer, zeker met name het zwaar verkeer. Alleen het wijzigen van
een circulatie kan er voor zorgen dat een rijbaan te hard belast wordt. Alle wegen
aanleggen ontworpen naar de zwaarste eisen is uiteraard financieel niet haalbaar.
c. Het technisch bureau stelt vast dat, zeker bij het gebruik van een kasseiverharding, in de
binnenstad relatief snel schadebeelden optreden. Besluit kan dikwijls zijn dat een
kasseiverharding technisch niet de beste optie is maar om andere redenen (onroerend
erfgoed, esthetiek,…) alsnog vereist wordt.
d. Alle problemen op korte termijn oplossen is niet realistisch gezien de (financiële) omvang van
zulke werken. Het steeds opnieuw kiezen tussen projecten die een volledig nieuwe heraanleg
vragen of in grote(re) mate inzetten op structureel onderhoud van bestaande wegen is een
lastige (beleids)keuze.
4. Waarborgtermijn
a. Standaard is voorzien in een waarborgperiode van 2 jaar na voorlopige oplevering van een
wegeniswerk. Onder deze garantie vallen de (op dat ogenblik) zichtbare gebreken die niet te
wijten zijn aan het ‘normale’ gebruik. Een omver gereden paaltje wordt dus uiteraard niet
binnen garantie herplaatst. Een scheur in de asfalt binnen de 2 jaar wel.
Daar bovenop geldt de decenale aansprakelijkheid die enkel geldig is voor ‘ernstige gebreken die de stabiliteit
of soliditeit van het bouwwerk in gevaar brengen’. Juridisch, en zeker in de wegenbouw, blijft dit steeds een
begrip dat tot discussie leidt en dikwijls in het nadeel van de aanbestedende overheid bepleit wordt. Zo kan er
bv zeer moeilijk vastgesteld worden hoeveel assen er de afgelopen 10 jaar over de rijbaan reden.

 

Conclusie:

  • Het zou beter zijn dat er een vliegende brigade was zoals vroeger in eigen loondienst die direct de uitstekende kasseien, putten, enz. kunnen herstellen. Van alles worden offertes gevraagd en worden de werken uitgegeven. Duurt allemaal langer, kost meer en is het dan beter???
  • Alles op meer verkeer steken klopt niet, er is nu minder verkeer in de stad dan vroeger, alleen meer bussen.
  • Technische teksten overschrijven is makkelijk. Oplossingen brengen is natuurlijk veel moeilijker.
  • Waarborg voor wegeniswerken maar 2 jaar is veel te weinig. Een dakwerker moet verplicht 10 jaar geven, zelfs zonder contract.